Auteursrecht inbreuk op tekst
Auteursrecht inbreuk op tekst
De rechtbank Noord-Holland heeft op 18 december 2013 geoordeeld dat eiseres, de moeder van Marianne Vaatstra, auteursrecht heeft op haar dagboek welke zij bijhield tussen de moord op haar dochter in mei 1999 en de arrestatie in november 2012 van Jasper S en dat het gedaagden derhalve niet is toegestaan om citaten dan wel passages uit het dagboek van eiseres te publiceren middels een boek van gedaagden.
Eiseres is maker van het werk
Gedaagden hadden het dagboek van eiseres in handen gekregen en hadden het plan om passages daaruit op te nemen in een door hen te schrijven boek. Echter is het dagboek naar oordeel van de voorzieningenrechter auteursrechtelijk beschermd nu eiseres als de maker van dat werk uitsluitend het recht toekomt om het dagboek openbaar te maken en te verveelvoudigen. Daarnaast oordeelt de voorzieningenrechter in zijn vonnis dat eiseres evident geen toestemming heeft gegeven aan gedaagden om citaten dan wel passages uit het dagboek openbaar te maken en te verveelvoudigen.
Verweer niet protesteren faalt
Het verweer van gedaagden, dat door het niet protesteren van eiseres tegen eerdere openbaarmakingen van citaten op een website van gedaagden en gebruik van de inhoud van het dagboek door gedaagden in hun toespraken daarmee eiseres toestemming heeft gegeven om de citaten dan wel passages te mogen gebruiken, faalt. De rechtbank oordeelt dat het niet protesteren niet impliceert dat eiseres toestemming heeft gegeven tot openbaarmaking en verveelvoudiging van citaten en passages in een boek van gedaagden. Het publiceren van het boek van gedaagden is in beginsel wel toegestaan, echter het weergeven van citaten dan wel passages uit het dagboek van eiseres in het boek van gedaagden is niet toegestaan.
Beroep op eigen werk faalt ook
Een tweede verweer van gedaagden, namelijk dat zij de in het boek op te nemen passages niet ontlenen aan het dagboek, maar aan andere werken, te weten de door eiseres zelf gehouden toespraak en de door een vriendin namens eiseres uitgesproken toespraak in Den Haag, faalt eveneens. Gedaagden hebben namelijk ter zitting aangegeven dat zij onder gebruikmaking van passages uit het dagboek de toespraken in opdracht en met medewerking van eiseres hebben vervaardigd. Gedaagden hebben met andere woorden onder leiding en toezicht van eiseres haar gedachten in toespraken verwoord.
Onder de gegeven omstandigheden heeft eiseres naar oordeel van de voorzieningenrechter op de toespraken het auteursrecht. Immers op grond van artikel 6 Auteurswet wordt degene naar wiens ontwerp en onder wiens leiding en toezicht een werk tot stand is gebracht, als de maker van dat werk aangemerkt, in dit geval eiseres. Dat de toespraken zijn geschreven c.q. geredigeerd door gedaagde sub 1 en/of een kennis van gedaagden doet daaraan niet af.