Inbreuk op erfdienstbaarheid van voetpad

Inbreuk op erfdienstbaarheid van voetpad

HomeInbreuk op erfdienstbaarheid van voetpad

Inbreuk op erfdienstbaarheid van voetpad

De rechtbank sector civiel heeft op 27 november 2013 geoordeeld dat gedaagde door afsluiting van een gemeenschappelijk pad door een schutting inbreuk heeft gemaakt op de erfdienstbaarheid en het recht van erfpacht van eiseres c.s. Gedaagde heeft naar oordeel van de rechtbank onvoldoende gesteld om tot het oordeel te komen dat de inbreuk wordt gerechtvaardigd, derhalve wordt de vordering van eiseres c.s. om de schutting te verwijderen toegewezen.

Feiten

Eiseres c.s. wonen sinds 2005 aan de (adres 1) te Rotterdam en gedaagde woont sinds 2005 aan de (adres 2) te Rotterdam. De woning van gedaagde grenst aan de achtertuin van eiseres c.s. De woningen van eiseres c.s. en gedaagde staan op percelen die in erfpacht aan hen zijn uitgegeven. Tussen de woning van gedaagde en de achtertuin van eiseres c.s. loopt een pad, hierna ‘het pad’. Het pad is in erfpacht uitgegeven aan de erfpachters van adres 1, adres 2 en adres 3 (alle overige even huisnummers). Op 5 juli 2012 heeft gedaagde het pad afgesloten door op het pad een schutting te plaatsen. Daarbij heeft gedaagde een deel van het pad bij haar voortuin gevoegd. Eiseres c.s. kunnen hierdoor geen gebruik meer maken van het pad. Op onderstaande plattegrond wordt de toenmalige situatie weergegeven.

2

Erfdienstbaarheid in notariële akte

Echter is in de notariële akte van levering d.d. 2 mei 2005 van de woning aan eiseres c.s., een verwijzing naar een notariële akte d.d. 14 april 1987 opgenomen, in welke akte onder andere ten behoeve van het perceel van eiseres c.s. een erfdienstbaarheid voor het betreffende pad is opgenomen, welke erfdienstdienstbaarheid het volgende inhoud:

Erfdienstbaarheid van voetpad met betrekking tot het pad gelegen aan de achterzijde van de percelen (adres 1, 2 en 3) te Rotterdam.

  1. Ten behoeve en ten laste van het bij deze akte door koper / erfpachter verkregen onroerend goed enerzijds en ten behoeve en ten laste van de nabijgelegen percelen, welke alle overige even gemelde percelen en kadastrale nummer uitmaken anderzijds, wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid van voetpad.
  2. Deze erfdienstbaarheid kan niet anders worden uitgeoefend dan in overeenstemming met de ligging van de paden op de lijdende erven en de ligging van ieders erf om te komen van en te gaan naar de openbare straat, langs de kortste weg en op de minst bezwarende wijze, te voet, met aan de hand gevoerde rijwielen, motorrijwielen met afgezette motor en dergelijke, met kinderwagens, kruiwagens en dergelijk eenvoudig voertuig.

Vordering

Eiseres c.s. vorderen gedaagde te veroordelen om binnen tien dagen na het gewezen vonnis de schutting te verwijderen en het pad in zijn oude staat te herstellen op straffe van een dwangsom. Daarnaast vorderen eiseres c.s. dat gedaagde wordt veroordeeld in de buitengerechtelijke kosten die zij hebben gemaakt, in de kosten van de procedure alsmede in de nakosten. Eiseres c.s. vorderen het genoemde op grond van een door gedaagde gepleegde inbreuk op hun erfdienstbaarheid van pad door een schutting te plaatsen op het pad en daarmee het pad af te sluiten. Immers de erfdienstbaarheid, welke volgt uit de notariële akte en uit het jarenlange gebruik van het pad, geeft eiseres c.s. het recht op onbelemmerde toegang tot het pad, welk pad zij onder andere gebruiken om de openbare parkeerplaatsen te bereiken.

Oordeel civiele rechter

De civiele rechter oordeelt in zijn vonnis dat de afsluiting van het pad evident een grove schending van de erfdienstbaarheid van pad oplevert. Derhalve handelt gedaagde onrechtmatig jegens eiseres c.s. Daarnaast heeft gedaagde een inbreuk gemaakt op het recht van erfpacht van eiseres c.s., doordat gedaagde het door haar afgesloten deel van het pad bij haar voortuin heeft betrokken. De rechter geeft daarbij aan dat zelfs als in een hypothetische situatie eiseres c.s. niet zouden hebben geprotesteerd tijdens het plaatsen van de schutting op 5 juli 2012, dat dit dan nog onvoldoende is om tot het oordeel te komen dat zij hebben ingestemd met plaatsen van de schutting. Het enkele niet protesteren leidt evenmin tot rechtsverwerking.

Bovenstaande in acht nemend heeft gedaagde onvoldoende gesteld om tot het oordeel te kunnen komen dat haar inbreuk op de rechten van eiseres c.s. gerechtvaardigd is. De vorderingen van eiseres c.s. tot verwijdering van de schutting van het pad, tot herstel van het pad in oude staat en de betaling van proceskosten worden toegewezen. Heeft u een vraag inzake burenrecht? Neem dan contact op met Precise and Wise Juristen.