
Non-conformiteit auto
Risico op non-conformiteit auto leidt tot beëindiging lease
Bij de voorzieningenrechter in Arnhem voerden wij namens een zakelijke cliënt een kort geding tegen een garagebedrijf dat zowel verkoper als lessor was. De kwestie draaide om een gebruikte auto die drie maanden na onderhoud volledig uitviel. De centrale vraag luidde daarom of de garage de auto mocht vasthouden terwijl onze cliënt het gebruiksrecht had en bovendien voor zijn werk volledig afhankelijk was van vervoer.
Aankoop en onderhoud
In januari 2024 kocht onze cliënt een gebruikte auto via een financial lease. De garage bleef weliswaar juridisch eigenaar totdat alle termijnen betaald waren, maar onze cliënt kreeg daardoor het exclusieve gebruiksrecht. De garage verzorgde ook het onderhoud. Zo kreeg de auto op 28 maart 2025 een onderhoudsbeurt bij 140.301 km. Daarbij verving de garage zowel de olie als de distributieriem. Op de onderhoudskaart stond vervolgens dat de volgende beurt pas bij 152.000 km nodig was. Onze cliënt mocht er dus gerechtvaardigd op vertrouwen dat de auto in goede staat verkeerde.
Het defect en de weigering tot herstel
Slechts drie maanden later, in juli 2025, ging het mis. Tijdens het rijden verscheen immers een rood oliewaarschuwingslampje. Onze cliënt zette de auto direct stil, waarna de motor volledig uitviel. De auto moest daardoor worden afgesleept. Op 7 juli 2025 werd het voertuig bij de garage afgeleverd. Onze cliënt verzocht de garage om herstel of ten minste een deugdelijk onderzoek. De garage weigerde dit echter. In plaats van het probleem op te lossen, hield zij de auto onder zich zodat cliënt geen gebruik kon maken van zijn recht én geen onafhankelijk onderzoek kon laten verrichten.
Spoedeisend belang
Het spoedeisend belang was in dit geval evident. Onze cliënt had de auto immers dagelijks nodig om zijn werk te kunnen uitvoeren. Aangezien hij geen financiële middelen had om een vervangende auto te kopen of een tweede leasecontract te sluiten, dreigde zijn bedrijfsvoering stil te vallen. De vordering tot teruggave was daarom noodzakelijk. Door de auto terug te krijgen kon cliënt een onafhankelijk onderzoek laten verrichten. Indien herstel mogelijk bleek, kon dat immers op kosten van de garage gebeuren zodat cliënt snel weer kon rijden. Indien herstel onmogelijk bleek, dan was sprake van non-conformiteit auto (art. 7:17 lid 2 BW) en kon cliënt de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden. Daardoor kon hij direct een andere lease aangaan zonder dubbele lasten.
Het standpunt van de garage non-conformiteit auto
De garage wees iedere aansprakelijkheid van de hand. Volgens haar lag de oorzaak namelijk bij verkeerd gebruik: cliënt zou te lang hebben doorgereden met een brandend lampje en verkeerde olie hebben gebruikt. Cliënt betwistte dit nadrukkelijk, mede omdat de garage zelf het onderhoud had uitgevoerd. Herstel weigerde de garage. In plaats daarvan deed zij andere voorstellen: ofwel de auto volledig overnemen door alle resterende termijnen af te lossen, ofwel de auto inruilen tegen een door haar vastgestelde waarde. Deze voorstellen legden de lasten echter volledig bij cliënt. Gezien de feiten – de levering in januari 2024, de onderhoudsbeurt in maart 2025 en het defect drie maanden later – was er een reëel risico dat een onafhankelijk deskundigenonderzoek tot de conclusie non-conformiteit auto zou leiden. De garage wilde dit kennelijk voorkomen.
Uitkomst bij de rechter
Tijdens de zitting besloten partijen daarom tot een regeling. In een vaststellingsovereenkomst beëindigden zij de lease per direct. De auto bleef bij de garage, terwijl cliënt werd bevrijd van verdere verplichtingen. Omdat cliënt inmiddels al circa 18 maanden had betaald, werd dit bedrag aangemerkt als een gebruiksvergoeding. Partijen gingen daardoor feitelijk met gesloten beurs uit elkaar: de garage behield de auto en cliënt hoefde niets meer bij te dragen.
Conclusie
Deze zaak toont aan dat een beroep op non-conformiteit auto ook in zakelijke verhoudingen een krachtig wapen kan zijn. Onze cliënt vroeg eerst herstel, kreeg nul op het rekest en vorderde daarom teruggave om een onafhankelijk onderzoek mogelijk te maken. Juist dat vooruitzicht dwong de garage tot beëindiging van de lease. Voor onze cliënt betekende dit een schone lei zonder restschuld. Voor de praktijk blijkt hieruit dat garages die optreden als zowel verkoper als lessor hun verplichtingen niet kunnen ontlopen. Wanneer een auto kort na onderhoud uitvalt, kan een beroep op non-conformiteit immers leiden tot herstel, ontbinding of – zoals hier – beëindiging van de lease.