
Ontslag op staande voet door klap
Ontslag op staande voet door klap
Op 20 november 2013 bevestigde de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, het ontslag op staande voet door een klap van een ADL-assistente. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag gerechtvaardigd was, omdat de assistente een cliënte een klap, duw of tik tegen het hoofd gaf en intimiderend gedrag vertoonde tegenover de cliënten.
Feiten van de zaak
Stichting Fokus biedt diensten aan mensen met een lichamelijke handicap, zodat zij zelfstandig kunnen wonen en leven. De stichting richt woonprojecten op met twaalf tot twintig woningen, waarin bewoners 24 uur per dag assistentie van ADL-medewerkers ontvangen. Gedaagde werkte sinds 8 januari 2003 als ADL-assistente bij Stichting Fokus en had een contract voor onbepaalde tijd. Ze verleende assistentie aan zeventien cliënten met ernstige lichamelijke handicaps.
Op 3 maart 2011 ontsloeg de werkgever gedaagde op staande voet. De werkgever baseerde dit ontslag op het feit dat gedaagde een cliënte een klap, duw of tik tegen het hoofd gaf. Ook schreeuwde zij tegen de cliënte, noemde haar “stinkend” in het bijzijn van anderen en vertoonde zij intimiderend gedrag. Bovendien schond gedaagde de privacy van de cliënten door het alarm-intercomsysteem onterecht te gebruiken. Gedaagde betwistte het ontslag en vorderde de doorbetaling van haar loon in kort geding. De voorzieningenrechter wees deze vordering toe, waardoor Stichting Fokus gedaagde € 3.884,80 bruto moest betalen.
Op verzoek van Stichting Fokus ontbond de voorzieningenrechter de arbeidsovereenkomst per 15 mei 2011. Gedaagde ontving daarbij een ontslagvergoeding van € 10.620,84 bruto en een proceskostenvergoeding van € 400,00. Dit gebeurde echter onder de voorwaarde dat het ontslag op staande voet in een bodemprocedure zou worden getoetst.
Vordering van Stichting Fokus in bodemprocedure
In de bodemprocedure vroeg Stichting Fokus om een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet van 3 maart 2011 rechtsgeldig was. Daarnaast vorderde de stichting het loon dat na het ontslag onterecht werd betaald, vermeerderd met rente vanaf 27 september 2011.
Stichting Fokus baseerde haar vordering op getuigenverklaringen van de cliënte en een collega van gedaagde die bij het incident aanwezig was. Gedaagde ontkende de verwijten, maar onderbouwde haar verweer verder niet. Ze stelde ook dat het ontslag disproportioneel was, maar motiveerde dit argument niet verder.
Oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter oordeelde dat de getuigenverklaringen voldoende bewijs gaven dat gedaagde de cliënte een tik, duw of klap tegen het hoofd had gegeven. Het hoofd van de cliënte ging hierdoor ongeveer tien centimeter opzij, terwijl zij een brace of halo-frame droeg na een nekoperatie. Verder bleek uit de getuigenverklaringen dat gedaagde de cliënte had uitgescholden.
De kantonrechter merkte op dat gedaagde geen getuigen had aangedragen die haar versie van de feiten ondersteunden. Ook had zij ervoor gekozen zichzelf niet als getuige aan te bieden, waardoor de kantonrechter haar niet onder ede kon ondervragen. Dit belemmerde de mogelijkheid om de feiten volledig te onderzoeken en kwam ten nadele van gedaagde.