Bevrijdende verjaring

Bevrijdende verjaring

HomeBevrijdende verjaring

Bevrijdende verjaring

Op 12 augustus 2015 wees de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (zaak/rolnummer 3885227 / 15-986, zittingsplaats Middelburg) een belangrijk vonnis in een geschil tussen een inwoner van Zierikzee (eiser), bijgestaan door Precise and Wise, en de gemeente Schouwen-Duiveland. Het centrale punt in de zaak was een strook grond van circa 31 m² die direct achter het perceel van de eiser lag. Hoewel de gemeente officieel eigenaar was, gebruikte de eiser de grond al jarenlang. De rechter stelde vast dat hij door bevrijdende verjaring de eigendom had verkregen.

Achtergrond van de zaak

De eiser is sinds 1991 mede-eigenaar van een perceel aan de Kievitstraat in Zierikzee. Direct daarachter ligt een strook grond die kadastraal aan de gemeente toebehoort. Deze strook werd jarenlang niet onderhouden. Daarom besloot de eiser in 1992 het stuk in gebruik te nemen. Hij beplantte het met klimop, legde een walkant aan en voegde later – in 2006 – een klinkerpad toe. Daardoor vormde het geheel één doorlopende tuin.

Pas in 2013 reageerde de gemeente. Zij constateerde het gebruik en bood de strook grond aan voor € 85 per m². De eiser weigerde en deed in plaats daarvan een beroep op bevrijdende verjaring. Hij stelde dat hij de grond al meer dan twintig jaar onafgebroken, zichtbaar en met eigendomsintentie had gebruikt.

Wat houdt bevrijdende verjaring in?

Volgens artikel 3:105 BW kan iemand die een goed twintig jaar bezit, daar uiteindelijk juridisch eigenaar van worden. Voor deze zogenoemde bevrijdende verjaring is geen goede trouw vereist. Wat telt, is het bezit: feitelijk gebruik met de pretentie van eigendom. De rechter kijkt daarbij niet naar intenties, maar naar zichtbaar gedrag. Denk aan beplanting, omheiningen of bouwwerken. Dit soort signalen moet voor derden duidelijk maken dat iemand zich als eigenaar gedraagt.

De doorslag: aanleg van een walkant

De rechtbank woog de feiten zorgvuldig. Hoewel de beplanting en het klinkerpad als gebruik golden, vond de rechter die handelingen op zichzelf onvoldoende om van bezit te spreken. De aanleg van de walkant in 1992 gaf echter de doorslag. Deze ingreep was namelijk een zichtbaar en structureel teken van eigendomsuitoefening. Daarmee begon de verjaringstermijn te lopen. Aangezien de gemeente pas in 2013 actie ondernam, was de twintigjarige termijn ruimschoots verstreken.

De beslissing van de rechter

De kantonrechter verklaarde dat de eiser door bevrijdende verjaring eigenaar was geworden van de strook grond. Daarnaast moest de gemeente de proceskosten vergoeden. De schadevergoeding voor buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat die onder de gerechtelijke kosten vielen.

Wat leert deze zaak ons?

Deze uitspraak laat zien dat burgers door consequent gebruik van andermans grond — mits zichtbaar en langdurig — juridisch eigenaar kunnen worden. Dat betekent niet dat iedere uitbreiding van een tuin automatisch tot eigendom leidt, maar wel dat rechthebbenden alert moeten blijven. Voor gemeenten is dit een signaal om actiever toezicht te houden op het gebruik van hun eigendommen. Een passieve houding kan ertoe leiden dat zij na verloop van tijd hun eigendomsrechten verliezen. Daarom is het essentieel dat zowel burgers als overheden hun positie goed kennen. Bovendien kan doordacht juridisch advies, zoals geleverd door Precise and Wise in deze zaak, het verschil maken tussen verlies of behoud van eigendom.